Doven en werk: geen gespreid bedje

De Federadie van Vlaamse Dovenorganisaties (Fevlado) heeft een onderzoek laten uitvoeren naar 'doven en werk'. Daaruit blijkt dat tal van zaken nog verbeterd kunnen worden, en dat doven zich op de werkvloer vaak achtergesteld voelen.

Aan de enquête hebben 87 dove werknemers, 24 dove werkzoekenden en 43 arbeidsbemiddelaars meegedaan. Slechts een ¼ van de dove werknemers heeft minstens één dove collega.

Doof op je CV?

Bij veel respondenten blijkt hier een grote onzekerheid of onenigheid over te zijn. Fevlado vindt dat iemands doof-zijn geen plaats moet hebben op zijn/haar CV of brief. Men vindt wel dat een dove werkzoekende zijn/haar arbeidshandicap duidelijk en eerlijk moet kaderen naar de werkgever toe tijdens het sollicitatiegesprek, wat de meeste respondenten ook zelf al aangeven.

Communicatie op het werk

Hoewel geslaagde en toegankelijke communicatie op de werkvloer essentieel is, is er onder andere een groot gebrek aan tolken bij sollicitaties en beroepsopleidingen. Meer dan ¾ van
de dove werknemers ervaart communicatieproblemen op het werk.

Vorming

Uit het onderzoek blijkt dat alle geledingen behoefte hebben aan vorming. Vooral werkgevers, horende collega’s en diensten moeten doofbewuster worden: hun kennis over de Vlaamse Gebaren Taal (VGT), dovencultuur, tolkgebruik laat te vaak te wensen over. Voor doven zijn veelal rechtsbewustzijn- en assertiviteitstrainingen nodig. Dat alles zal zorgen voor meer toegankelijkheid, begeleiding op maat en gelijkwaardigheid op de arbeidsmarkt.

Discriminatie

Arbeidsdiscriminatie is bij wet verboden. Toch wordt de grote meerderheid van de dove respondenten er nog altijd mee geconfronteerd, vooral op een indirecte manier. Zo was meer dan vier op tien dove werknemers al het slachtoffer van discriminatie op grond van zijn doof-zijn. Meer dan de helft van de dove werknemers heeft het gevoel minder kans te maken op promotie dan hun horende collega’s.

Klachtenprocedure

Veel dove werkzoekenden blijken niet geneigd te zijn een klacht neer te leggen bij problemen of discriminatie. Dat komt vooral door angst voor de gevolgen, onwetendheid over hun rechten (ruim 60% van de dove werknemers geeft dit zelf aan), en de vaak omslachtige procedure. Hoewel dove werknemers zich bewuster lijken van hun rechten en ze de meerwaarde van een officiële klacht eerder wel inzien, ligt de meldingsgraad ook bij hen veeleer laag. De manieren om een klacht neer te leggen zijn bovendien onvoldoende toegankelijk. Zo wordt
VGT zelden als eerste optie aangeboden.

Evaluatie dienstverlening

De dove respondenten zijn niet tevreden over de Vlaamse dienstverlening. De grootste knelpunten voor de diensten zijn een gebrek aan doofbewustzijn, expertise over doof-zijn en toegankelijkheid.